gids NL (PDF)




File information


This PDF 1.4 document has been generated by Adobe InDesign CS3 (5.0) / Adobe PDF Library 8.0, and has been sent on pdf-archive.com on 01/03/2011 at 14:23, from IP address 81.82.x.x. The current document download page has been viewed 2137 times.
File size: 5.43 MB (31 pages).
Privacy: public file
















File preview


Koninklijk
Legermuseum
Brussel

v

N

Je merkt het meteen: het Legermuseum is immens! Je kunt er zo’n tiental verschillende
afdelingen bezoeken. Het wordt je niet echt gemakkelijk gemaakt: de zalen puilen uit en
de vitrinekasten zijn van onder tot boven gevuld.Tenzij je hier een legertent voor de nacht
wilt opslaan, zal je keuzes moeten maken uit dit immense aanbod.
Waar gaat jouw interesse naar uit? Ben je een wapenkenner of een echte historicus in
spe? Misschien ben je wel modegevoelig of geïnteresseerd in kunst? Word je geboeid door
technologie of schuilt er in jou een heuse royalty watcher? Ben je de man/vrouw van het
grote overzicht, of zoek je het meer in de details?
Wat je antwoord op deze vragen ook is, je zult zeker je gading vinden in de rijke collecties
van dit museum! In ieder hoekje valt wel een ontdekking te doen. Laat je leiden door je
interesses, je karakter en je persoonlijkheid.
Met zes jongeren kozen wij een aantal voorwerpen uit dit museum. Objecten die ons
intrigeren, aanspreken, verbazen en/of doen lachen. Samen vormen ze een subjectief parcours, kriskras door het museum. Aan jou om ze te ontdekken en er je eigen verhaal bij
te verzinnen. Hippe militairen, een fitnessende koning, grappende geallieerden en een
mannelijke tank! Ben je nu al benieuwd? Let’s go!

3

HET BELGISCHE BEGIN
Hoeveel weet de gemiddelde Belg eigenlijk over de Belgische revolutie? “In 1830 was dat
zeker?” “Was dat tegen de Fransen of tegen de Nederlanders?” Voor we aan een eventuele nieuwe “revolutie” zouden beginnen, kunnen we misschien toch eerst iets leren over
de Belgische. Ja, het was in 1830 en neen, het was niet tegen de Fransen.
Tussen 1815 en 1830 vormen Nederland en België één land onder dezelfde koning,
Willem I van Oranje-Nassau. De verschillen tussen beide landen zijn echter groot en de
Belgen zijn ontevreden met de autoritaire regeerstijl van de koning. Onder andere de
taaldwang wordt de koning niet in dank afgenomen. Willem I legt het Nederlands op als
enige taal voor bestuur en rechtspraak in Vlaanderen. Dat zorgt voor de nodige weerstand
in het Franstalige Zuiden van België en bij de Vlaamse bourgeoisie, die hoofdzakelijk Frans
spreekt.

v
4

Op 25 augustus 1830 wordt in de Brusselse Muntschouwburg de opera “De Stomme
van Portici” opgevoerd. Ironisch genoeg wordt de voorstelling georganiseerd om de
verjaardag van de koning te vieren. Centraal staat een historische opstand in Napels tegen
de Spaanse overheersing. Het verhaal zet het aanwezige publiek in rep en roer. Na de
voorstelling lopen ze de straat op om er de massa op te hitsen. In de weken en maanden
die volgen zullen de Belgen strijd leveren met de Hollandse soldaten. Vooral in en rond
het Warandepark wordt heftig strijd geleverd. Pas op 4 oktober 1830 roept het tijdelijk
bestuur de onafhankelijkheid van België uit.
De volgende objecten vertellen het verhaal van de revolutie.
Coralie Legrand, 22

Spiegel stukgeschoten tijdens de
Septemberdagen 1830.

5

V-day
Aanplakbrieven waren zo’n beetje het internet avant-la-lettre. Het was de snelste manier
om informatie te verspreiden. Zeker in oorlogstijden bewezen de affiches hun nut: ze
wakkerden het nationaal bewustzijn aan en hadden vaak propagandadoeleinden.
Deze aanplakbrief verspreidt het nieuws van de terugtrekking van de Hollandse troepen
uit Brussel op 27 september 1830. In 1991 koos de Franstalige gemeenschap van België
deze heuglijke dag als hun officiële feestdag. De Vlamingen gingen het wat verder terug in
de tijd zoeken, namelijk 1302. Op 11 juli van dat jaar versloegen de milities van de Vlaamse
steden en gemeenten het Franse leger tijdens de Guldensporenslag.

Spiegeltje, spiegeltje aan
de wand, wordt België
een onafhankelijk land?
Een rechtstreekse getuige van die revolutionaire septemberdagen is deze spiegel. Hij
wordt tijdens de onlusten kapot geschoten en vervolgens bijgehouden als souvenir. Wie
weet was de Belgische man of vrouw voor de spiegel wel deze populaire tongtwister
aan het oefenen: ‘WIJ WILLEN WILLEM WEG, WILDE WILLEM WIJZER WORDEN, WIJ
WILLEN WILLEM WEER!’.
Het gaat hier natuurlijk over Willem I, de Nederlandse vorst die dankzij zijn autoritaire
regeerstijl allesbehalve populair was in Belgische gebieden. Wie slaagt erin dit zinnetje
foutloos te scanderen? Oh en vervang ‘Willem I’ gerust door de naam van de politicus die
u momenteel het meeste irriteert.

WIJ WILLEN
WILLEM WEG,
WILDE WILLEM
WIJZER WORDEN,
WIJ WILLEN
WILLEM WEER!
Een aanplakbiljet met het bericht van de aftocht
van de Hollandse troepen en de overwinning in
Brussel, 27 september 1830.

6

7

WARANDE EN WAPPERS:
getuigen van de
septemberrevolutie

De opstoten die in augustus in Brussel begonnen waren, krijgen in september steeds
meer een gewelddadig karakter. Op 23 september trekt het Hollandse regeringsleger,
onder aanvoering van prins Frederik ( de zoon van koning Willem I) Brussel binnen. Ze
stellen zich op in het Warandepark. De Brusselaars krijgen echter hulp van verschillende
kanten: idealisten komen uit het hele land, Luik stuurt gewapende versterking en ook uit
het buitenland komt hulp. In Frankrijk wordt het ‘Légion Belge Parisienne’ opgericht, een
leger van vrijwilligers dat met privé-steun gefinancierd wordt (de Franse regering steunde
dit initiatief natuurlijk met hoop op eventuele landsuitbreiding). Hoe het afloopt valt al te
raden: na vier dagen strijd moet het Nederlandse leger in de nacht van 26 op 27 september opbreken. De scheiding wordt steeds concreter.
De cruciale gevechten in het Warandepark zijn op deze gravure afgebeeld. Toch iets om
aan te denken als je nog eens door dit park wandelt. En als je dan toch bezig bent, wandel
dan zeker ook eens langs het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Daar hangt immers een schilderij dat de sfeer tijdens die Septemberdagen mooi weergeeft. De Belgische
regering bestelde het in 1835 bij de Antwerpse schilder Gustaaf Wappers. Het immense
doek (4,4m x 6,6m) moest de Belgische nationalistische gevoelens aanwakkeren. Centraal
in het tafereel staat de Belgische driekleur omringd door mensen die strijden voor hun
vaderland. Ook de schilder zelf is aanwezig op het schilderij. Hij beeldt zichzelf af met
een lans op de schouder terwijl hij met zijn vinger naar een kist wijst waarop zijn initialen
staan.
Schilderij van Gustaaf Wappers, ‘Tafereel van de Septemberdagen 1830 op de Grote Markt te Brussel’.
© Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België,
Brussel. [Grafisch Buro Lefevre, Heule].

8

9

THE MILITARY LOOK
mode en het leger
De stoere soldaat en de creatieve couturier. Op het eerste gezicht hebben zij niets met
elkaar te maken. En toch, als je even rondkijkt in het legermuseum waan je je soms in een
modemuseum. Er zijn hier immers honderden verschillende uniformen te ontdekken.Voor
elke nationaliteit, periode, rang en functie heeft men een andere tenue.
Het woord uniform komt van het Latijnse ‘uniformis’ wat eenvormig betekent. Daarmee
bedoeld men dat alle leden van de organisatie dezelfde kleding dragen en zich daardoor
kenbaar maken als lid van de organisatie. Toch kreeg het uniform in de loop van de geschiedenis ook heel wat andere functies, waardoor het er steeds anders ging uitzien.
De Romeinse legioenen droegen reeds min of meer gestandaardiseerde kledij en wapenuitrusting. Ook de hiërarchie werd in die tijd al in de verf gezet: seniors droegen een
witte mantel en pluimen, de centurion onderscheidde zich met een kam op zijn helm en
met borstornamenten.
In de middeleeuwen was van een uniform dan weer amper sprake, soldaten waren
herkenbaar via de kleuren en patronen op hun schild. Pas in de 17de eeuw werden uniformen echt de norm, het Franse leger nam hierin het voortouw. De stijl van de militaire
uniformen varieerde met de status en het imago van het leger doorheen de jaren.

De Belg Charles de Merode vocht als soldaat
om de Pauselijke Staten te verdedigen.

10

11

In de 18de eeuw bestond het militaire uniform in Europa uit een gestandaardiseerde
versie van de burgerkledij: een vest, een broek, een lange jas en een hoed. De verschillende Europese legers zagen er op dat moment zeer gelijkend uit. Het onderscheid
werd enkel gemaakt via de (meestal opvallende) kleuren: rood in Groot-Brittannië, licht
grijs en wit in Frankrijk, groen in Rusland, etc ... Zeer regelmatig werden er veranderingen
doorgevoerd en kreeg het hele leger een nieuw uniform. Voor de soldaten was dit vaak
ook een must, omdat ze marcheerden, paradeerden, vochten en soms sliepen in een en
hetzelfde uniform.
In de 19de eeuw was het vooral het Franse leger dat hoge ogen gooide met de elegantie en schoonheid van haar uniformen. Aan de kledij werd dan ook veel geld gespendeerd.
Het was vooral een trucje om soldaten te rekruteren: hoe chiquer de uniformen hoe
meer mannen zouden willen toetreden.
Tot 1914 bleef felgekleurde kledij de tendens bij het leger. Vanaf 1914 ging men steeds
vaker uniformen in grauwe kleuren als dienst- en vechtkledij introduceren. De Britten
hadden al kaki gedragen in India en Afrika, de Italianen introduceerden een grijs-groen en
de Duitsers gingen tenues maken in verschillende grijstinten. Zo maakte Wereldoorlog I
een einde aan de traditie van felgekleurde uniformen. De Belgen en de Fransen werden in
augustus 1914 nog in een felgekleurde tenue gespot, maar tegen 1916 liep elk leger er in
kaki, grijs of blauw bij. Ook de stalen helmen vonden op dat moment hun ingang. Tijdens
Wereldoorlog II bleven de grauwe kleuren het uitzicht van het uniform bepalen, het was
nu de snit die het verschil maakte.
Terwijl vroeger vooral opvallen en schoonheid belangrijk waren voor een uniform is het
praktische nut de dominante factor in de huidige legertenues. De meeste legereenheden
hebben momenteel echter verschillende uniformen: strijdkledij, werkkledij en ceremonieel
tenue. In dit gala-uniform tracht elk leger zich nog steeds te onderscheidden door terug
te grijpen naar historische kleuren en snitten.
Met deze informatie in het achterhoofd kijken we naar de verschillende uniformen, tenues,
en accessoires in het museum. Wat een ontdekkingen kan men hier doen! De leukste,
mooiste, interessantste objecten doen we hier even uit de doeken!

Rokjas en een paar schouderstukken van het parade-uniform
van generaal van koning Leopold I
(1790-1865)
12

13

HIPPE MANNEN,
DIE MILITAIREN
Je kan er moeilijk naast kijken: de militaire
inslag in de hedendaagse modetrends.
Louis Vuitton, Burberry, Dries van Noten
we zien ze allemaal teruggrijpen naar het
marineblauw en het legergroen. Misschien
is het toeval dat juist het begin van de crisis
het begin is geweest van een periode van
militair geïnspireerde looks. Of misschien is
het een manier om de crisis met power te
lijf te gaan, een poging om deze periode
manmoedig het hoofd te bieden.
Hoe draag je deze ‘military look’?
Officiersjassen
Een van de hotste items van de afgelopen
tijd was de ‘officiersjas’: korte en langere
jassen met een streng silhouet, geaccentueerde schouders met soms epauletten,
en vaak een dubbele rij knopen.
Camouflageprint
Het beeld wordt vervolledigd door de
herintroductie van de camouflageprint.
Deze print komt voor in alle mogelijke varianten - soms zelfs in andere kleuren dan
legergroen - en is niet alleen aan stadskledij voorbehouden, maar wordt ook voor
chique avondkleding - ja, zelfs voor galajurken -aangewend.
Twee voorbeelden uit de enorme schat van
historische uniformen die je in het museum
kunt ontdekken.

Coralie Legrand, 22

Kijk dus zeker goed rond in dit leger
(mode)museum en laat je inspireren.
Wat meer hulp nodig? Google dan:
How to create a military look..

14

15

LA MODA ITALIANA
Dit uniform is mijn persoonlijke favoriet. Het werd gedragen door de Belgische zoeaven
in Italië tussen 1860 en 1870.
Het uniform valt te situeren tijdens de periode van het Risorgimento of de Italiaanse
eenmaking. Vòòr 1870 bestond het Italiaanse schiereiland uit verschillende onafhankelijke
staten. De overheersing van Napoleon had overal in Europa het nationale bewustzijn
aangewakkerd en de Italiaanse bevolking ging verlangen naar een eengemaakte Italiaanse
staat. Onder leiding van Garibaldi wordt eerst Zuid-Italië aaneengesloten. Al snel sloten de
Noordelijke Italiaanse staten zich hierbij aan. Enkel de pauselijke staat (die veel groter was
dan het huidige Vaticaanstad) verhindert de verbinding van Noord en Zuid.
Uit angst voor verlies van grondgebied, besluit de paus een leger samen te stellen met
soldaten uit verschillende landen. Belgische katholieke families vinden het een hele eer om
mankrachten richting Rome te sturen. Ze vechten er in naam van de paus om de eenmaking te vermijden. Hierin slagen ze echter niet want in 1870 worden Noord- en Zuid-Italië
aaneengesloten en de pauselijke staat wordt gereduceerd tot een minuscuul lapje grond
dat we vandaag kennen als Vaticaanstad.

Het uniform van het pauselijke soldatencorps is geïnspireerd op dat van de Algerijnse
zoeaven, vandaar de ietwat exotische toets. Uniformen kopiëren gebeurde wel vaker. Het
uniform van het Napoleontische leger werd ettelijke keren door andere Europese legers
gekopieerd in de hoop even succesvol te worden als Napoleons leger.
Hoewel de uniformen met hun dikke stof allesbehalve comfortabel waren in een Italiaans
klimaat, hip zijn ze zeker wel. Originele broek, leuke kleurencombinaties, getailleerd jasje.
Ze zouden zo uit een modeshow van Dries Van Noten afkomstig kunnen zijn.
KarenVan Buggenhout, 23
Uniform « De Belgen in Italië 1860-1870 »

16

17

Pauselijke Staat (1860)
ZWITSERLAND

Tirol
Agram

Venetië
Milaan
Lombardije
Piemonte

Vaticaanstad (vandaag)

Venetië
BOSNIË
HERZEGOVINA

Parma
Moderna
Florence
Toscane

PAUSELIJKE
STAAT

Vaticaanstad

Rome

Napels
SARDINIË

KONINKRIJK DER BEIDE SICILIEN

Palermo

Sicilië

Noord Italië


Lombardije en Venetië waren Oostenrijkse bezittingen. In het noordwesten lag het koninkrijk Sardinië-Piemonte. Hier werd het streven naar één Italiaanse staat nieuw leven ingeblazen door koning Karel Albert
van Sardinië-Piemonte. Later werd dit streven overgenomen door zijn zoon Victor Emmanuel II.



Zuid Italië


In het zuiden lag het koninkrijk der beide Siciliën, dat Napels en Sicilië omvatte. Het werd met barbaarse
meedogenloosheid geregeerd door Ferdinand II, een verwant van de Oostenrijkse keizer. 



Midden Italië


De Kerkelijke Staat vormde een obstakel voor de Italiaanse eenheidsbeweging omdat het Italië in tweeën
deelde en door buitenlandse mogendheden werd beschermd (Oostenrijk, Frankrijk).
18

19

‘In veertien jaar tijd heeft
Leopold meer mensenlevens
vernietigd dan dat er tijdens
de laatste duizend jaar op
alle slagvelden op deze
planeet doden zijn gevallen’
(Mark Twain)

LEOPOLD II
Leopold Lodewijk Filips Marie Victor van Saksen-Coburg Gotha wordt op 9 april 1835
geboren in Brussel. Zijn ouders zijn koning Leopold I van België en de Franse prinses
Louise-Marie d’Orléans.
Van 1865 tot 1909 regeert hij als Leopold II over België. Als koning probeert hij het
piepjonge land op de wereldkaart te zetten. Hij start grootscheepse bouwcampagnes in
Brussel (het Justitiepaleis, het Jubelparkcomplex, het Koninklijk Paleis van Brussel, de serres
van Laken en het museum van Tervuren), Antwerpen en Oostende.
Hij streeft ook naar gebiedsuitbreiding. Zo speelt hij met de idee om buurland Nederland
te annexeren. Het loopt echter anders: in 1885 verwerft hij Congo. De brutale exploitatie
en onmenselijke behandeling van de Congolezen leveren hem een hoop internationale
kritiek op. Ze bepalen tot op vandaag nog altijd het beeld van de vorst.
In zijn eigen tijd is de koning niet enkel omstreden vanwege zijn Afrikaanse activiteiten,
maar ook om zijn vele amoureuze escapades. Het huwelijk met koningin Maria-Hendrika
is geen succes en de koning houdt er verschillende maîtresses op na. Zijn vermeende
relatie met de Franse danseres Cléopatre-Diane de Mérode levert hem zelfs de bijnaam
‘Cléopold’ op. Op zijn sterfbed treedt hij nog in het (kerkelijke) huwelijk met zijn vlam
Blanche Delacroix.

Een tekening van Leopold II als oude man.

20

21

‘Ondermeer door spelletjes
en speelgoed wordt ons aangeleerd om oorlog te voeren.
Er bestaan geen geboren
soldaten, enkel opgeleide’
Charissa N.Terranova

BBB met Leo

Oorlogje spelen

In de Historische Zaal is Leopold II alomtegenwoordig.  Tussen  de  uniformen  en
officiële stukken zijn tal van persoonlijke
spulletjes van de vorst uitgestald. Zijn pen,
zijn leesbrilletjes, zijn driewieler, zijn wandelstok, en zelfs kinderspeelgoed.

Het kost me geen moeite om me de kleine Leopold II voor te stellen die oorlogje speelt.
Dat doen de meeste jongetjes op die leeftijd. Toen ik zelf klein was, was niets in onze
speeltuin populairder dan waterpistolen, plastic soldaatjes, zwaarden, vliegtuigen en ander oorlogstuig. Zelf vond ik daar niets aan. Als meisje speelde ik liever met poppen en
een plastic theeservies. Sommige jongetjes kregen van hun moeders uit principe geen
speelgoedwapens. Het hielp niet, want uiteindelijk speelden ze er allemaal mee. Leopold
kreeg duidelijk wel zijn zin wat oorlogsspeelgoed betreft. Zou de geschiedenis er anders
uitgezien hebben als hij van zijn gouvernantes enkel met poppen en keukenspulletjes had
mogen spelen?

Samen  met  de  andere  alledaagse  voorwerpen in deze vitrine, doorbreekt het
paar halters het beeld van Leopold II als
afstandelijke vorst en onsympathieke koloniaal. Ze gunnen ons een blik op de persoon van vlees en bloed. Misschien streefde
hij wel wanhopig naar een wasbordbuikje?
Of moest hij op doktersvoorschrift aan zijn
cholesterol werken? Of wou hij gewoon in
vorm blijven om zijn geliefde te behagen?
Toch kost het je enige moeite om je Leopold II al fitnessend voor te stellen op de
vloer van zijn koninklijke slaapkamer.

Paar halters van koning Leopold II

Michelle Selmen, 24

Brecht Deseure, 25

Slagschip – speeltuig van de latere Leopold II als knaap
22

23

Maximiliaan Van Mexico
De tragische historie van Maximiliaan van Oostenrijk heeft een stevige Belgische kant.
Maximiliaan, die een jongere broer was van keizer Frans Jozef van Oostenrijk (de man van
keizerin Sissi), was immers getrouwd met Charlotte, de dochter van de Belgische koning
Leopold I.
In 1864 krijgt Maximiliaan van Napoleon III van Frankrijk de keizerskroon van Mexico
aangeboden. Maximiliaan aanvaardt en Charlotte gaat voortaan door het leven als keizerin
Carlota. In Mexico gaan de zaken echter niet zoals gepland. Maximiliaans leger blijkt niet
sterk genoeg om de controle over het land te verzekeren en een republikeinse opstand
breekt uit. Charlotte reist naar Europa om steun te zoeken bij bevriende koningshuizen
maar vindt er geen gehoor. Ze zal haar man nooit meer terugzien.
In 1867 wordt Maximiliaans leger verslagen en hijzelf terechtgesteld. Uit angst voor Charlotte’s geestelijke gezondheid wordt het nieuws haar pas zeven maanden later meegedeeld. Omdat ze ten prooi valt aan steeds sterkere vlagen van hysterie en melancholie,
wordt ze in haar bewegingsvrijheid beperkt. De rest van haar leven brengt de voormalige
keizerin onder dwang door in de kastelen van Tervuren en Meise (op het domein waar
nu de nationale plantentuin is), omringd door herinneringen aan Maximiliaan en het keizerschap.

PS: Naar het schijnt zou het feit dat Charlotte na de dood van Maximiliaan waanzinnig
werd, aanleiding hebben gegeven tot het ontstaan van de uitdrukking: ‘Van Lotje getikt
zijn’.
Portret van Maximiliaan van Mexico in zijn
keizerlijke gewaad.
24

25

Gratuit geweld?
Na de val van de Berlijnse muur in 1989 breken overal in het voormalige Oostblok revoluties uit. Onder andere in Roemenië, waar de dictator Nicolae Ceausescu en zijn vrouw
Elena al sinds 1968 met ijzeren hand het land regeren. Kort na het uitbreken van de opstand worden ze gearresteerd en vervolgens ter dood veroordeeld.
Alles werd destijds op tv uitgezonden, zowel het proces als de executie. Op mij als kind
maakten die beelden grote indruk. Vooral het beeld van de met kogels doorzeefde lichamen van het koppel.
Dat de executie van een dictator bijna live te volgen was op televisie moet in 1989 een
nieuwigheid geweest zijn. Vandaag is het niet meer zo bijzonder. De executie van Saddam
Hoessein in 2006 werd gefilmd met een gsm. De beelden werden uitgezonden door alle
tv-journaals en kan je zo bekijken op Youtube (tik ‘Saddam Hussein hanging’ in Youtube).
Een zwart-wit foto uit 1867 toont keizer Maximiliaan I van Mexico in zijn doodskist. Net
als de Ceausescu’s is hij na een volksopstand ter dood veroordeeld en gestorven voor het
vuurpeleton. Ook van zijn dode lichaam zijn foto’s gemaakt en de wereld rondgestuurd.
Opvallend is dat zijn lichaam er helemaal niet gehavend uitziet. De dode keizer is zelfs in
een smetteloos uniform gestoken en ligt keurig in de houding. Het lijkt wel een staatsieportret. Toch is de bedoeling van de foto dezelfde als bij de filmpjes van de Ceausescu’s
en Saddam. Van de executie van een (ongeliefd) staatshoofd zijn blijkbaar altijd harde
bewijzen nodig.
Brecht Deseure, 25

PS: Het gezicht van Maximiliaan is helemaal bijgewerkt in was en ziet er daarom zo
bijzonder uit.

Foto van keizer Maximiliaan
van Mexico in zijn doodskist

26

27

Schets van de executie van keizer Maximiliaan en de generaals Merija en Miramon
te Queretaro door François Aubert (1867)

28

29

Van op de eerste rij
Ironisch genoeg werd de foto van de geëxecuteerde keizer Maximiliaan genomen door
diens eigen hoffotograaf. Dat was de Fransman François Aubert, die van 1865 tot 1867
in Mexico verbleef. De executie zelf mocht hij niet fotograferen, maar hij maakte er wel
deze potloodtekening van.
Aubert liet trouwens een interessant oeuvre na dat stamt uit de begindagen van de
fotografie. Hij fotografeerde niet alleen de keizer en zijn entourage, maar ook zijn tegenstanders, zoals de guerillaleider Juarez. Daarnaast maakte hij ook een etnografisch getinte
portretreeksen van “Mexicaanse types”. Daarvoor haalde hij gewone mensen voor de
camera, zoals lokale bevolking in traditionele kledij of arbeiders in hun werkmansuitrusting.
Hij liet zelfs speciale mobiele studio’s bouwen die hij opstelde in de straten van Mexico
Stad en waarin hij passanten liet plaatsnemen. Later verbleef hij in de Verenigde Staten
waar hij indianen portretteerde.
Brecht Deseure, 25

Officiële portretten van de keizer en de
keizerin van Mexico door hun hoffotograaf
Aubert.

30

31

O heilig land der vaderen…
Elk 19e eeuws museum gewijd aan de strijdkrachten, verheerlijkte de wil om de natie te
verdedigen. In de ‘historische zaal’ van het Legermuseum kan je dan ook moeilijk naast
het patriottisme kijken: medailles, vlaggen, nationale kleuren, etc ... Allemaal betuigen ze de
liefde voor het vaderland.
Toch straalt de rest van dit museum een opvallend gebrek aan nationaal gevoel uit. Behalve in de historische zaal, valt het wat patriottisme betreft best mee. In het nieuwe gedeelte van het museum lijkt het vaderland zelfs bijzaak. Zou dat, gezien de huidige politieke
situatie, toeval zijn? Het Belgische nationale devies ‘Eendracht maakt macht’ klinkt in deze
tijd van communautaire spanningen immers nogal ironisch.
Tijdens de moeilijke regeringsonderhandelingen in 2007 maakte België een plotse en
opvallende opstoot van blijken van vaderlandsliefde mee. Mensen hingen massaal de nationale driekleur buiten en in het straatbeeld verschenen tricolore stickers met slogans
als ‘Touche pas à mon pays’ en ‘I need you for Belgium’. Een bewijs van vurige nationale
gevoelens of eerder een krampachtige poging om het gebrek eraan te maskeren? Wie
kent bijvoorbeeld de tekst van het volkslied uit het hoofd?
Michelle Selmen, 24

Juweel van Grootofficier in de Leopoldsorde met
nationaal devies

32

33

Iemand moet de eerste zijn
In elke oorlog heeft wel iemand de twijfelachtige eer om als eerste te sneuvelen. In het
geval van België in de Eerste Wereldoorlog heette de pechvogel Antoine Fonck.
Toen de Duitse troepen op 4 augustus 1914 de Belgische grens overstaken en oprukten
naar de citadel van Luik, werd een Belgisch eskadron van het tweede lansiers op verkenning gestuurd. Antoine Fonck reed voorop als verkenner. In Thimister-Clermont stuitte hij
op Duitse soldaten. Er werden schoten gelost en Fonck overleefde het incident niet. Daarmee was hij de eerste Belg die sneuvelde ter verdediging van het vaderland. Op de plaats
van zijn overlijden werd in 1923 een monument met zijn beeltenis opgericht, waarvan je
hier een afgietsel ziet.
In de jaren ’20 en ’30 heerste er bij gebrek aan regelgeving trouwens een ware wildgroei
aan oorlogsmonumenten in België. Een gemiddeld Belgisch dorp telt er vijf. In totaal staan
er naar schatting 10.000. Daar zitten er ook een paar opmerkelijke tussen: een monument
voor de voor het vaderland gestorven voetballers, de kermiskramers (28 om precies te
zijn) en postduiven.
Over wie de laatste Belg was die sneuvelde in de Grote Oorlog, bestaat minder duidelijkheid. Op 11 november, de dag van de wapenstilstand, kwamen in ieder geval nog vele
honderden soldaten om.
Ook na 11 november zijn er nog duizenden soldaten officieel ‘gesneuveld’. Iedere militair
die ten gevolge van de oorlog overleed, kreeg dat etiket opgeplakt. Er lagen op dat ogenblik nog tienduizenden soldaten in de ziekenhuizen. Vandaar dat het aantal gesneuvelde
Belgen in 1930 veel hoger werd ingeschat dan eind 1918.
ThomVander Beken, 33

Afgietsel van het monument dat in 1923 in
het Waalse Thimister werd opgericht ter ere
van de Luikse lansier Antoine Fonck

34

35

SMALL vs. BIG
Ik heb deze pistolen uitgekozen omdat het
de kleinste wapens zijn die ik in het museum kon vinden. Of ze echt werken weet
ik niet, maar het leek me interessant om
ze te vergelijken met een van de grootste
wapens uit de collectie. Dat is de Engelse
tank Mark IV. Ik heb 33 passen nodig om
er helemaal rond te stappen en dat is het
grootste aantal van allemaal. Wat me opvalt
is dat het bijschrift de omschrijving ‘mannelijk’ vermeldt. Hoezo, mannelijk? Zijn er
dan ook vrouwelijke tanks in de buurt? Ik
heb er geen gevonden. Misschien is hij haar
kwijtgeraakt in de oorlog. Een tragische liefdesgeschiedenis…?
Paar miniatuurpistolen ‘à l’écoissaise’ dat
heeft toebehoord aan kapitein
Ferdinand Nothomb (1811-1848)

Michelle Selmen, 24

PS: ‘mannelijk’ = met kanonnen,
   ‘vrouwelijk’ = met machinegeweren
De Engelse tank Mark IV (Mannelijk)

36

37

Someday I’ll fly away
De luchtvaarthal kan je zien als één grote ode aan het menselijke verlangen om te vliegen.
Van superlichte zweefvliegers uit hout en zeildoek, over passagiersvliegtuigen tot gesofisticeerde legertoestellen, je vindt ze hier allemaal. Al die verschillende vliegtuigen doen me
denken aan twee figuren.
De eerste is Leonardo da Vinci (1452 – 1519), het befaamde genie uit de Italiaanse renaissance. We kennen hem vooral van zijn Mona Lisa, maar hij had ook interesse in techniek.
Hij maakte ontwerpen voor verschillende nieuwe apparaten en machines, waaronder een
machinegeweer, een gepantserde tank, een onderzeeboot en een primitieve helikopter.
Op 3 januari 1496 voerde Leonardo ook een mislukte proef uit met een vliegtuig dat hij
had gebouwd.
Ik zie ook een link met Panamarenko (°1940), een Belgisch beeldend kunstenaar met
thuisbasis in Antwerpen. Een rode draad doorheen zijn werk is het verlangen om te
vliegen.Veel van de machines die hij heeft ontworpen lijken op bestaande toestellen, maar
slechts zelden zijn ze ook echt luchtvaardig.
Het werk van beide mannen toont aan hoe vliegen altijd een fascinatie zal blijven voor de
mens, zij het in de vorm van hoogtechnologische vliegmachines, zij het als een poëtisch
verlangen.
Coralie Legrand, 22

In de luchtvaarthal kun je verschillende
historische vliegtuigen bewonderen.

38

39

Hiërarchische
luchtformatie
De man in de rechterbovenhoek is duidelijk
erg fier op zijn uniform. Een aerodynamisch
pak of een helm, dat heeft hij niet nodig.
Hij doet zijn parachutesprong in uniform,
inclusief hoge hoed!
KarenVan Buggenhout, 23

Foto Belgian army parachute team

40

41

Check this gadget out:
ontsnappingskompas
ingenaaid in het
onderhemdje!
kleed je uit

STAP 1

N

STAP 2

vind het noorden, of iemand
die een kompas kan lezen

STAP 3

kleed je terug aan

STAP 4

run for your life!

N
Coralie Legrand, 22

Een S.A.S. onderhemdje

42

43

Russian
spring Punch
Meng 20 ml Crème de
Cassis, 40 ml wodka, 20
ml verse citroensap en 15
ml suikerwater. Shake alles
grondig, voeg gecrusht ijs toe
en top af met prosecco.
Schenk uit in.

Russian Punch
Deze kom werd in 1913 gemaakt naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de
slag bij Leipzig. De Russische, Pruisische en Oostenrijkse legers waren er in Leipzig eindelijk in geslaagd Napoleon een eerste keer te verslaan.
Napoleon Bonaparte, die zichzelf tot keizer had uitgeroepen, bracht zowat heel Europa
onder Frans gezag. Ook het huidige België maakte deel uit van Napoleons rijk. De Franse
keizer ondervond echter heel wat weerstand en in de slag bij Leipzig werd hij verpletterend verslagen. De Russen hebben de kom dan ook rijkelijk laten versieren met episodes
van de veldslag, portretten van tsaren en uniformen van het Russische leger.
Zou dat geen gat in de huidige markt kunnen zijn? Je eigen punchkom personaliseren met
foto’s van jezelf en je vrienden, van feestjes en je beste outfits. Maar dan wel liefst een
lichtere versie want dit zilveren exemplaar weegt maar liefst 53 kilo.
Voor wie graag eens een Russisch feestje geeft: hieronder vind je het recept voor Russische punch. Haal die berenmutsen uit de kast, ga door de benen en zing luidkeels: Nje kati,
nja bernekatoesjka!
KarenVan Buggenhout, 23

Grote zilveren punchkom met deksel,
versierd met geschilderde porseleinen
inlegstukken, Sint Petersburg, atelier
Ovtchinnikov, 1912-1913

44

Een gerecycleerd kopje van
het ontwerpersduo Noordt.

Obusknutselen
voor beginners
WO I (1914-1918) speelt zich in België vooral af in de Westhoek. Het gebied was één
groot slagveld en bestond uit een netwerk van loopgraven. Vandaag kun je in deze streek
nog altijd de kerkhoven gaan bezoeken waar 100.000en gesneuvelde soldaten begraven
liggen. Velen onder hen waren amper volwassen.
Aan het front moesten de soldaten vaak wachten. Er verliepen vele uren tussen twee
aanvallen of tussen twee dienstbeurten aan het front. Ook in de ziekenboeg kon de tijd
langzaam gaan. Om zich bezig te houden vervaardigden soldaten diverse hebbedingen
met elementen uit hun directe omgeving. Obussen deden dienst als Mariabeeld, asbak,
bloempot of zoals in deze gevallen als vaas of klok.
Toch geweldig dat een bom, waar absoluut niets mooi aan is, toch tot iets moois verwerkt
kon worden.
Recyclage, het valt in deze tijden van milieuproblematiek aan te bevelen. Persoonlijk ben ik
een grote fan van het lampenkopje van Noordt. Een ontwerpersduo dat kringloopwinkels,
veilinghuizen en oude stoffenwinkels afschuimt, op zoek naar oude spullen en materialen.
De ‘objets trouvés’ blazen ze nieuw leven in.
Wil je zelf aan de slag met obussen? In de Westhoek en dan vooral in de streek van Passendale zijn er nog verschillende te vinden. Misschien kan je ze wel verwerken tot computerschermen, muziekboxen, .... Heb je zelf een leuk idee? Ga er mee aan de slag!
KarenVan Buggenhout, 23
Obussen tot een klok verwerkt door A.D. Mougin
en uitgehamerde obushulzen die tot vaas verwerkt werden

46

47

TO BE SEEN OR
NOT TO BE SEEN?
that’s the question!
Terwijl het er in de 18de en 19de eeuw om ging om zo goed mogelijk gezien te worden,
keerde deze tendens in de 20ste eeuw. Met de ontwikkeling van nieuwe wapens waarmee richten veel gemakkelijker werd, werden soldaten in hun opvallende kleuren wel erg
gemakkelijke doelwitten. De nieuwe wapens produceerden ook minder rook waardoor
de zichtbaarheid verhoogd werd. Als reactie daarop gingen diverse legers, in navolging van
het Britse, steeds vaker kleuren dragen die opgingen in de omgeving. En zo zijn natuurlijk
de camouflagevlekken ontstaan die nu in bijna elk leger gedragen worden.
Hier zie je een wintercamouflagetenue van een Finse soldaat. Camouflage? En waar zijn
de kaki vlekken dan? Logisch natuurlijk dat men in een sneeuwlandschap niet in legergroen
gaat rondlopen. Het uniform van een soldaat wordt dus altijd afgestemd op de omgeving
waarin hij zich zal voortbewegen: groen in bosrijke omgevingen, wit in sneeuwlandschappen en zandkleurig in de woestijn. Dan vraag ik me toch af of het Belgische leger niet
beter af zou zijn met onderstaand uniform, in plaats van de camouflagevlekken. Geef toe,
in België is de kans groter dat je je moet voortbewegen in de bebouwde kom dan in een
dichtgegroeid bos! Vol verwachting is het ook uitkijken naar de camouflagetenues waaraan
de Amerikanen momenteel werken. Zij trachten de ultieme droom te verwezenlijken:
onzichtbaarheid!
KarenVan Buggenhout, 23

Wintertenue van infanterist,
wintercamouflage, Fins leger

48

49

De moppenkast
Tijdens WOII bezetten de legers van Hitler grote delen van Europa. De Geallieerden
proberen met alle mogelijke middelen om Europa opnieuw te bevrijden. Het Verenigd
Koninkrijk is niet bezet en van daaruit plannen ze een invasie van het vasteland. Er zijn
twee geschikte landingsplaatsen: het Nauw van Calais en de stranden van Normandië.
Een landing in Calais lijkt het eenvoudigst omdat de stranden er zeer geschikt zijn. Calais
ligt ook erg dicht bij het Verenigd Koninkrijk en de marsroute naar Duitsland is van hieruit
het kortst. Anderzijds ligt een landing in Calais, om die redenen, juist erg voor de hand
en Hitler laat dit stuk van de kust dan ook het zwaarst verdedigen. Daarom beslissen de
geallieerden de landing in Normandië uit te voeren. Op allerhande manieren trachten ze
wel om de Nazi’s ervan te overtuigen dat de landing toch in Calais zal gebeuren.
De parachutistenpop – ook wel paradummie genoemd – wordt, in het gezelschap van
een heleboel ander poppen, gedropt om een landing te suggereren. Decorarbeiders uit
de filmindustrie en het theater bouwen boten, tanks, elektriciteitshuisjes, brandweerauto’s,
luchtafweerbatterijen, parkeerterreinen voor tankauto’s en steigers in karton, hout en
papier.Valse radioberichten worden “per ongeluk” gelekt naar de Nazi’s. Een volledig fictief
legercorps – inclusief valse insignes - zou de aanval starten in het Nauw van Calais.
Wie had de verbaasde gezichten van de Duitse soldaten niet willen zien toen ze ontdekten dat ze aangevallen werden door kartonnen tanks, een fictief leger en parachutisten
uit lapjes stof?
KarenVan Buggenhout, 23

Parachutistenpop uit opgevulde jute, uitgeworpen door de Geallieerden om de aandacht van
de tegenstrevers af te leiden van de werkelijke
landingen, Groot-Brittanië en een reeks emblemen
van de verschillende fictieve eenheden die deel
uitmaakten van het spookleger van generaal
Patton, Verenigde Staten.
50

51

Beestig!
In tegenstelling tot vandaag werden oorlogen in de middeleeuwen van man tot man
uitgevochten. Een goede bescherming van
het eigen lichaam was dan ook geen overbodige luxe. Uit heel wat voorwerpen in
deze zaal blijkt dat de natuur daarbij vaak
inspiratie leverde.
Deze helm heeft de vorm van een vogelkop.
Aan de oren heeft hij opstaande veertjes
en het vizier functioneert als een echte vogelbek. Met zo’n helm in de vorm van een
dierenkop probeerden ridders hun tegenstanders te imponeren. Welke vreemde avatars zouden er nog van de partij geweest
zijn op het slagveld? Ik stel me er een hele
dierentuin bij voor.
Een ander voorbeeld is dit harnas uit de
16e eeuw. Ondanks het enorme gewicht
(soms meer dan 25kg) blijf je toch enorm
bewegelijk. Die beweeglijkheid is te danken aan het feit dat één harnas uit 200 tot
250 verschillende stukjes bestaat, die met
klinknagels aan elkaar worden bevestigd.
Dieren als de Zuid-Amerikaanse armadillo
zijn al duizenden jaren uitgerust met een
ingenieus pantser dat hen tegen roofdieren
beschermt.
16de-eeuws harnas

Ook voor wapens leverde het dierenrijk
inspiratie. De naam en de vorm van de
stormram spreken voor zich!
Brecht Deseure, 25

PS: De helm is mogelijk een 19e-eeuwse
vervalsing!

Helm in de vorm van een vogelkop.
53

Vergeet ook niet om een kijkje te nemen op
de galerij van het museum. Je hebt er een
fantastisch uitzicht over de skyline van Brussel.

AMUSEE VOUS - AMUSEE WAT?

COLOFON

AmuseeVous maakt van het museum een toffe
plek voor jongeren. Een plek waar ze welkom
zijn en zich betrokken voelen. Dit doen we
door het organiseren van een waaier aan
drempelverlagende activiteiten voor én door
jongeren, in en rond musea.

Projectcoördinatie
Thom Vander Beken
regio-coördinator Brussel AmuseeVous

Als kunsteducatieve organisatie geven we
jongeren een plek in het museum, betrekken
we hen actief en geven we hen een forum.
Jongeren zijn het publiek van nu én van morgen. AmuseeVous vormt jongeren enerzijds
tot creërende, participerende én kijkende
kunstenaars. Maar anderzijds sporen we musea
ook aan om jongeren als volwaardige bezoekers te gidsen doorheen de wereld van kunst
en erfgoed.
AmuseeVous bewijst dat een museum niet
noodzakelijk een saaie plek is van “stilte en
zwijgen”, maar ook een plek van inspiratie en
actie! Zo creëren we bij musea én jongeren
wederzijdse verwondering en respect.
Klinkt je als muziek in de oren? Perfect! Want
wij zijn steeds op zoek naar nieuwe enthousiastelingen om ons team te versterken.
Zin om mee te werken aan de organisatie
van een museumproject, een tekst te schrijven
voor een cataloog of een persdossier, mee te
zoeken naar jong artistiek talent, … kortom
een superervaring in het kunstzinnige veld op
te doen?
Stuur je cv, samen met een motivatietekst over
hoe jij het AmuseeVous vrijwilligersteam denkt
te versterken naar:
info@amuseevous.be

www.amuseevous.be

Redactie
Karen Van Buggenhout, Brecht Deseure, Coralie
Legrand, Michelle Selmen, Thom Vander Beken
en Michelle Coenen (coördinator AmuseeVous).
Vormgeving
Michelle Selmen en Coralie Legrand
Vertaling
Diane Vanthemsche
Druk
Defense House Evere
Een hele dikke merci aan:
Sandra Verhulst, en de mensen van de educatieve dienst van het Koninklijk Museum van het
Leger en de Krijsgeschiedenis.
De documentatiedienst van het KLM,
de Koninklijke Musea voor Schone Kuntsen van
België, Brussel.
Stéphanie Masuy, Museum Night Fever
Copyright
Het gezamenlijk auteursrecht berust bij de kunstenaars, auteurs, illustratoren, fotograaf, grafisch
ontwerper en AmuseeVous vzw.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave
mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of
enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
VU: Michelle Coenen
Brusselsesteenweg 63
3000 Leuven

NOTES

Koninklijk
Legermuseum
Brussel






Download gids NL



gids_NL.pdf (PDF, 5.43 MB)


Download PDF







Share this file on social networks



     





Link to this page



Permanent link

Use the permanent link to the download page to share your document on Facebook, Twitter, LinkedIn, or directly with a contact by e-Mail, Messenger, Whatsapp, Line..




Short link

Use the short link to share your document on Twitter or by text message (SMS)




HTML Code

Copy the following HTML code to share your document on a Website or Blog




QR Code to this page


QR Code link to PDF file gids_NL.pdf






This file has been shared publicly by a user of PDF Archive.
Document ID: 0000028870.
Report illicit content